Apple maakt zich zorgen. De afgelopen weken kwam namelijk de gigantische elektronicafabrikant Foxconn negatief in het nieuws. Bij het bedrijf, waar meer dan 300.000 Chinezen werken, hebben namelijk de afgelopen maanden al tien medewerkers zelfmoord gepleegd. Ze konden het werk, de druk, het leven onder Foxconn niet langer aan.
Aanvankelijk deed Foxconn niet veel om de problemen op te lossen. In de Chinese fabriek is de werkdruk nu eenmaal hoog, wordt er veel overgewerkt en is de beloning vaak niet zoals verwacht. Maar de druk nam toe, net als de media-aandacht. Vooral het noemen van de merken waarvoor Foxconn dingen maakt (onder meer Nokia, Dell, HP, Apple) bracht de fabriek in de belangstelling.
Apple voelt zich duidelijk aangesproken. Het elektronicabedrijf heeft daarom besloten 0,7 procent van de winst op de iPad, waarvan de hardware in de Foxconn fabriek wordt gemaakt, aan de Foxconn medewerkers te geven. Dat is natuurlijk vooral een mooi gebaar. Een gebaar waarmee Apple in de internationale media waarschijnlijk weer de nodige goodwill weet te kweken.
Voor de Foxconn arbeiders zit er gelukkig nog meer in het vat dan het kleine beetje van Apple. De directie van de megafabriek heeft namelijk toegezegd dat de arbeiders een loonsverhoging van 20 procent krijgen. Dat zou de moraal goed moeten doen. En het zou vooral moeten voorkomen dat iemand nog het idee krijgt om zomaar van het dak van de fabriek naar beneden te springen.
Lees ook:Chinese arbeiders zien flinke stijging minimumloon
Lees ook:Zelfmoordcrisis bij elektronicabedrijf Foxconn
Lees ook:De export groeit en de arbeider wordt veeleisender
Lees ook:Vergiftigd in een iPhone fabriek
Lees ook:Ook bij Toyota staken de Chinezen