Vandaag is het 5 juli. Daar is op zich weinig bijzonders aan, maar voor Xinjiang betekent het dat het vandaag precies een jaar geleden is dat er hevige etnische rellen in de hoofdstad Urumqi uitbraken. En het betekent dat de Chinese politie opnieuw massaal aanwezig is in Urumqi en op scherp staat.
Volgens persbureau AP patrouilleren SWAT teams in de straten van Urumqi, bewapend met geweren en wapenstokken. De inwoners van de stad mogen zich weer vrij bewegen, maar op veel plekken (bijvoorbeeld stations en overheidsgebouwen) worden tassen gecontroleerd en worden mensen gefouilleerd. Ook zijn er duizenden camera’s om alles in de gaten te houden.
Zoals het nu lijkt blijft het rustig in Urumqi. Maar de onvrede is er onder de Oeigoeren nog altijd. In China zelf is nauwelijks ruimte om die onvrede te laten horen, maar in Tokio gingen gisteren Oeigoerse demonstranten de straat op om meer vrijheid te eisen voor de mensen in Xinjiang, de regio die sinds 1949 onder het Chinese bestuur valt en daarvoor nog Oost-Turkestan heette.
Veel recente beelden zijn er helaas niet uit Urumqi. Maar de video die AFP gisteren maakte, laat in ieder geval duidelijk zien dat China klaar is om opnieuw hard in te grijpen.
Lees ook:Herdenking Tiananmenmoorden ’89 zet China op scherp.
Lees ook:Vijf Oeigoeren ter dood veroordeeld
Lees ook:Onrust in Kirgizië: China haalt burgers terug
Lees ook:China verwacht opnieuw problemen in Xinjiang
Lees ook:Lawine veroorzaakt mijnongeluk in Xinjiang