Het gaat goed met de Chinezen, volgens een rapport van het Ministerie van Volksgezondheid. De gemiddelde levensverwachting is gestegen van 71,4 (in 2003) naar 73 jaar. Ook het aantal kinderen en moeders dat sterft bij de geboorte is aanzienlijk minder geworden.
Uiteraard klopt de Chinese regering vooral zichzelf op de borst voor deze positieve getallen. Meer dan een miljard euro is er het afgelopen jaar uitgegeven aan de verbetering van gezondheidszorg, in de vorm van meer ziekenhuizen en personeel en sociale zekerheid.
Nu nog zorgen dat men in China weer schone lucht kan inademen en ook het zorgstelsel zo uitbreiden dat ook de boeren en migrantarbeiders eronder vallen, en het doel om de levensverwachting te rekken naar 85 in 2050, zou nog niet eens veel te hoog gegrepen hoeven zijn.
Lees ook:Lange benen voor perfecte Olympische Spelen
Lees ook:Peking Opera: zo kan het ook
Lees ook:Eindelijk ziek kunnen worden
Lees ook:China, de eerste wereldeconomie?
Lees ook:Zes miljoen postnatale depressies in China