In 1979 voerde China de één-kind-politiek in. Het was Han-Chinezen niet langer toegestaan meer dan één kind te krijgen. Wie wel een tweede kind kreeg was strafbaar en zou een forse boete krijgen, een beleid waarmee veel Chinezen hard werden geraakt.
Inmiddels is de één-kind-politiek alweer meer dan dertig jaar geldig en zijn de gevolgen groot. De meeste Chinezen willen een zoon, want die kan beter helpen met geld verdienen. Meisjes zijn bovendien duurder en kosten ook nog eens veel geld als er een bruidschat moet komen, dus wordt er vaak gekozen voor een abortus. Die abortussen mogen niet meer van de overheid, maar illegaal worden ze nog volop uitgevoerd.
Voor het platteland is een uitzondering gemaakt. Een boer en boerin die als eerste een meisje krijgen, mogen daarna nog een kind nemen. Maar ook hier wordt nog vaak gekozen voor een abortus en de meisjes die wel op het platteland worden geboren, verlaten het ouderlijke huis vaak al op jonge leeftijd om in de stad te gaan werken. Veel van hen trouwen daar en keren nooit meer terug naar hun kleine geboortedorpjes.
Nieuwszender Al Jazeera ging op zoek naar de gevolgen van de regel die ooit werd ingevoerd om de bevolkingsgroei af te remmen. Er zijn bijna geen jonge vrouwen op het platteland en daarmee staat China voor een groot maatschappelijk probleem.
Lees ook:China’s één-kind-politiek blijft overeind
Lees ook:Mannenoverschot
Lees ook:Twee arrestaties na dumpen 21 babylijkjes
Lees ook:China groeit en krijgt vergrijzingsprobleem
Lees ook:Eenkind-kinderen niet alleen
jullie zijn allemaal dik